1 Samuel 14:43

SVSaul dan zeide tot Jonathan: Geef mij te kennen, wat gij gedaan hebt. Toen gaf het Jonathan hem te kennen, en zeide: Ik heb maar een weinig honigs geproefd, met het uiterste des stafs, dien ik in mijn hand had; zie [hier] ben ik, moet ik sterven?
WLCוַיֹּ֤אמֶר שָׁאוּל֙ אֶל־יֹ֣ונָתָ֔ן הַגִּ֥ידָה לִּ֖י מֶ֣ה עָשִׂ֑יתָה וַיַּגֶּד־לֹ֣ו יֹונָתָ֗ן וַיֹּאמֶר֩ טָעֹ֨ם טָעַ֜מְתִּי בִּקְצֵ֨ה הַמַּטֶּ֧ה אֲשֶׁר־בְּיָדִ֛י מְעַ֥ט דְּבַ֖שׁ הִנְנִ֥י אָמֽוּת׃
Trans.wayyō’mer šā’ûl ’el-ywōnāṯān hagîḏâ llî meh ‘āśîṯâ wayyageḏ-lwō ywōnāṯān wayyō’mer ṭā‘ōm ṭā‘amətî biqəṣēh hammaṭṭeh ’ăšer-bəyāḏî mə‘aṭ dəḇaš hinənî ’āmûṯ:

Algemeen

Zie ook: Hand (lichaamsdeel), Honing, Jonathan (zn. van Saul), Saul (koning)

Aantekeningen

Saul dan zeide tot Jonathan: Geef mij te kennen, wat gij gedaan hebt. Toen gaf het Jonathan hem te kennen, en zeide: Ik heb maar een weinig honigs geproefd, met het uiterste des stafs, dien ik in mijn hand had; zie [hier] ben ik, moet ik sterven?


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֤אמֶר

dan zeide

שָׁאוּל֙

Saul

אֶל־

tot

י֣וֹנָתָ֔ן

Jónathan

הַגִּ֥ידָה

Geef mij te kennen

לִּ֖י

-

מֶ֣ה

wat

עָשִׂ֑יתָה

gij gedaan hebt

וַ

-

יַּגֶּד־

Toen gaf

ל֣

-

וֹ

-

יוֹנָתָ֗ן

het Jónathan

וַ

-

יֹּאמֶר֩

en zeide

טָעֹ֨ם

Ik heb maar

טָעַ֜מְתִּי

geproefd

בִּ

-

קְצֵ֨ה

met het uiterste

הַ

-

מַּטֶּ֧ה

des stafs

אֲשֶׁר־

dien

בְּ

-

יָדִ֛י

ik in mijn hand

מְעַ֥ט

een weinig

דְּבַ֖שׁ

honigs

הִנְ

-

נִ֥י

-

אָמֽוּת

ben ik, moet ik sterven


Saul dan zeide tot Jonathan: Geef mij te kennen, wat gij gedaan hebt. Toen gaf het Jonathan hem te kennen, en zeide: Ik heb maar een weinig honigs geproefd, met het uiterste des stafs, dien ik in mijn hand had; zie [hier] ben ik, moet ik sterven?

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!