SV | Saul dan zeide tot Jonathan: Geef mij te kennen, wat gij gedaan hebt. Toen gaf het Jonathan hem te kennen, en zeide: Ik heb maar een weinig honigs geproefd, met het uiterste des stafs, dien ik in mijn hand had; zie [hier] ben ik, moet ik sterven? |
WLC | וַיֹּ֤אמֶר שָׁאוּל֙ אֶל־יֹ֣ונָתָ֔ן הַגִּ֥ידָה לִּ֖י מֶ֣ה עָשִׂ֑יתָה וַיַּגֶּד־לֹ֣ו יֹונָתָ֗ן וַיֹּאמֶר֩ טָעֹ֨ם טָעַ֜מְתִּי בִּקְצֵ֨ה הַמַּטֶּ֧ה אֲשֶׁר־בְּיָדִ֛י מְעַ֥ט דְּבַ֖שׁ הִנְנִ֥י אָמֽוּת׃ |
Trans. | wayyō’mer šā’ûl ’el-ywōnāṯān hagîḏâ llî meh ‘āśîṯâ wayyageḏ-lwō ywōnāṯān wayyō’mer ṭā‘ōm ṭā‘amətî biqəṣēh hammaṭṭeh ’ăšer-bəyāḏî mə‘aṭ dəḇaš hinənî ’āmûṯ: |
Saul dan zeide tot Jonathan: Geef mij te kennen, wat gij gedaan hebt. Toen gaf het Jonathan hem te kennen, en zeide: Ik heb maar een weinig honigs geproefd, met het uiterste des stafs, dien ik in mijn hand had; zie [hier] ben ik, moet ik sterven?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Saul dan zeide tot Jonathan: Geef mij te kennen, wat gij gedaan hebt. Toen gaf het Jonathan hem te kennen, en zeide: Ik heb maar een weinig honigs geproefd, met het uiterste des stafs, dien ik in mijn hand had; zie [hier] ben ik, moet ik sterven?
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!